Job werkte als croupier in het kleine Golden Ten casino in Berg en Dal. Het was een rustige avond zoals gewoonlijk, totdat er plotseling een harde klap van de voordeur klonk. Job keek verschrikt op en zag de loop van een wapen om de hoek verschijnen. Meteen realiseerde hij zich dat er een overval gaande was.
In een reflex dook Job onder de roulettetafeltafel en hield zijn adem in. De adrenaline gierde door zijn aderen terwijl hij angstig afwachtte wat er zou gebeuren. Tot zijn grote opluchting hoorde hij een rustige stem naast zich: “Kom maar tegen me aan liggen.” Het was een wat gezette, maar lieve vrouw die ook had geschuild onder de tafel. Zonder aarzelen kroop Job tegen haar aan, wetende dat hij aan haar zijde veilig was.
Echter, zijn portemonnee met best veel geld stak uit en een van de overvallers stond er met zijn voet tegenaan. Job hield zijn adem in, in de hoop dat de dief zijn portemonnee niet zou doorzoeken. Gelukkig ging de overvaller voor de geldbunker die in de tafel zat, niet wetende dat die net was geleegd en de portemonnee een betere optie zou zijn. Een van de andere overvallers pakte in de tussentijd het horloge van collega Albert, die nog stoer riep: doe eens rustig man.
De overvallers plunderden de kassa waar de vrouw van de Duitse baas haar dagopbrengst bewaarde. Zowel het geld als de waardevolle spullen werden meedogenloos weggenomen. De vrouw kon haar tranen en schreeuwen niet bedwingen.
Toen de overvallers waren verdwenen kwam een lieve Turkse speler naar voren om de ontroostbare vrouw te troosten. Hij sprak rustgevende woorden en probeerde haar te kalmeren te midden van de chaos. Maar net op dat moment kwam de baas de ruimte binnenstormen, woedend en verontwaardigd. Hij schreeuwde: “Blijf van mijn vrouw af!” en probeerde de troostende Turkse man aan te vliegen.
Er ontstond nog meer commotie in het casino. Mensen schreeuwden, riepen en probeerden de baas te kalmeren. Uiteindelijk werd hij door een paar collega’s weggehouden van de Turkse speler, die geen kwaad in de zin had gehad.
Na de overval was de sfeer in het casino gespannen en beladen. Job realiseerde zich dat hij genoeg had van de risico’s die gepaard gingen met zijn werk als croupier. Hij besloot om te stoppen bij de Golden Ten. Het was tijd voor een nieuwe start, een leven waarin hij niet constant bedreigd zou worden door geweld en misdaad.
Met een zwaar gemoed nam Job afscheid van zijn collega’s en het casino dat eens zijn tweede thuis was geweest. Hij keek nog een laatste keer om zich heen, nam een diepe zucht en stapte de deur uit, vastbesloten om een veiliger pad te bewandelen. Het leven had hem een harde les geleerd.
Een waargebeurd verhaal waarbij de namen zijn veranderd!